Hit the road

29 juli 2018 - Dubrovnik, Kroatië

Het mooie plaatje van de kustweg verandert al snel in een nachtmerrie. Het begint bij het stukje Bosnië dat we moeten passeren. Het kost ons minimaal twee uur en wat daarna volgt schiet ik nog steeds wakker van. Doodsangsten uitgestaan.

Bosnië kreeg 15km kustlijn om de oorlog maar te beëindigen. In Neum werd een minaret neergezet met aan weerszijden op 7.5 km een enorme grenspost, met camera’s, paspoortcontroles en boos kijkende douaniers. 15km voordat je die grenspost bereikt sta je al in de file op hellingen van 10%. Maar afijn twee uur en twee foto’s verder dan toch op weg richting Dubrovnik. Even later vreemde geluiden, we stoppen bij één van de vele fruitstalletjes en gelukkig valt het mee. De wieldop hangt los. 

Dan zien we Slano, daar moet een leuke kleine camping zijn. We slaan het aangegeven weggetje in en.....kunnen niet meer terug. Een weggetje zo breed als de camper met de zee aan de ene kant en een muur aan de andere. Met het hart in de keel en het zweet in de handen bereiken we na een half uur ‘moren en knaken’ de camping. VOL. We moeten keren, via de camping ingang, de weg loopt dood. Met geen mogelijkheid krijgen we het gevaarte ingestoken. Ondertussen verzamelen zich tipgevers en hoofdschuddende strandgangers om de camper. Uiteindelijk kan een Duitser zich niet langer inhouden. “If you can’t drive it, let me do it!” Roept hij met een zwaar accent. “Please” zeg ik, “please would you be so kind?” Laus al lang blij dat hij verlost wordt uit de benauwde positie, geeft direct het stuur over. En het moet gezegd, de man manoeuvreert de camper knap en zet de neus weer de goede kant op. Duizend maal dank! De Duitser groeit nog twee centimeter bovenop zijn toch al ruime omvang door de waarderende blikken van ons en van de vele omstanders. 

We kunnen via een ander weggetje, dat iets breder lijkt, naar boven. Dat dachten de strandgangers ook en die hebben massaal hun auto aan de kant van de weg geparkeerd. Het wordt centimeter werk. Ik moet de spiegels van de auto’s inklappen om er langs te kunnen. Ik ben als de dood voor schade. Nog niet eens voor onszelf maar vooral voor schade aan een auto van iemand anders. Ik zie politie, bergen papier en regelwerk voor me. 

Materiële schade is één ding, persoonlijke schade nog enger. We rijden het plaatsje uit en besluiten alleen nog maar campings aan te doen waar we makkelijk in kunnen rijden. En zowaar, er wordt een afrit naar zo’n camping aangegeven. Waarschijnlijk hebben we het bord verkeerd geïnterpreteerd. Zes kilometer verder op een steeds smaller wordende en hoger stijgend weggetje, nog geen camping. Omdat keren geen optie is rijden we op goed geluk maar door. En plotseling staan we op een nieuw aangelegde parkeerplaats met een prachtig uitzicht over de baai van Dubrovnik.  Als we daar de telefoon checken, om te kijken waar we beland zijn, zien we ook nog een prachtig uitzicht op een kleinkind dat via een filmpje ons toelacht. Later vrezen we een afscheidsgroet. 

Want dan... hetzelfde weggetje volgend gaan we stijl naar beneden. Als enige afscheiding tussen de weg en de afgrond af en toe een opgerichte steen en om de paar honderd meter een opgericht monument voor bestuurders die het niet hebben gered. Het is dat het fysiek inmiddels onmogelijk is maar bij wijze van spreken, schijt ik in mijn broek van angst. Het is spannender dat tien achtbanen bij elkaar. Ik hou alles met mijn lijf, de afgrond, de remmen, de koppeling en onszelf. 

Maar ook dit overleven we. We komen weer op weg 8. Over de prachtige nieuwe brug rijden we later Dubrovnik binnen. En op de eerste de beste camping zetten we de camper neer. 

Het is een camping die vijftig jaar geleden prachtig was. Nu biedt het een desolate indruk met verlaten gebouwen en nog maar één (van de zes) werkend sanitairblok uit de jaren vijftig.  Er staan niet heel veel kampeerders op het enorme terrein met grote plaatsen, mooie oude bomen, stroom en wifi bij de receptie. Als ik ‘s nachts wakker schiet uit mijn nachtmerrie, en naar de wc loop, denk ik even spoken te zien ronddwalen in het half ingestorte en verlaten restaurant. 

Maar Srebreno blijkt een leuk plaatje te zijn. Een project ontwikkelaar heeft er een prachtig mooi hip winkelcentrum neer laten zetten waarin alle merken vertegenwoordigd zijn. Een gloednieuw Shereton hotel en een mooi aangelegde boulevard complementeren het geheel. Als hij ook deze camping onderhanden zou nemen zou het weer een geweldige camping kunnen worden. Maar wat nog belangrijker is, het plaatsje heeft een veerpont naar Dubrovnik.

Die nemen we vanmorgen en we wandelen over de muren en bewonderen de prachtige oude stad en worden door de talloze Aziatische en Amerikaanse toeristen gewezen op de ‘game of thrones’ locaties. Werkelijk prachtig maar zo druk en zo warm. Als je alle mooie locaties in Kroatië echt goed wil bekijken zou je het land in het voor- of najaar moeten bezoeken. 

Terug op de camping komen we eindelijk een beetje bij van alle indrukken en consternatie. Morgen gaan we op weg naar Korcula. Hopelijk een wat rustiger en minder enerverende route. Maar ja, als je ergens wilt komen.... you’ll have to hit the road.

Foto’s